EEN JOODSCHE WERELDREIZIGER IN DEN HAAG
264
L—
is met dezen Suasso bedoeld Immanuel Israel Suasso, man
van groot aanzien in de Sefardische gemeente niet alleen,
maar ook welbekend in het burgerlijke leven. Ze ver
loochenden hun Jodendom niet, maar toch missen we in
het journaal iets, dat, vergeleken met de bezoeken in
andere kringen, sterk opvalt. Azoelai vermeldt alleen nog
de funeste gevolgen van de speculatiezucht dier dagen.
Dat de in Engeland geïnvesteerde kapitalen geweldig ge
schokt werden was het gevolg van den in 1774 tusschen
Engeland en de Amerikaansche koloniën uitgebroken
oorlog. Kort maar krachtig vermeldt de reiziger de ruï
neuze slagen, die ook hier en in Amsterdam vielen. De im
mense rijkdom en het verlies in weinige oogenblikken!
Het geeft Azoelai een beeld in de pen, wanneer hij zijn
aanteekening van 11 Juni besluit over een samenkomst
van een aantal der financieel getroffenen: „Daarna rookte
men, de rook leek wel symbool voor de vervlogen
winst”
Toch ontbreekt er iets. De lezer mist eenige uiting van
cultureele of wetenschappelijke belangstelling. Wel wordt
vermeld wat voor schitterende meubels te aanschouwen
vielen, liefst met den prijs erbij, dien Azoelai toch bezwaar
lijk zelf gekend kan hebben! Nu is het mogelijk dat zich
toevalligerwijze de gelegenheid niet heeft voorgedaan om
over andere onderwerpen van gedachten te wisselen.
Maar dan is het even toevallig dat in den kring van Tobias
Boas wel over dergelijke dingen werd gesproken.
Wie deze Boas was en welke beteekenis zijn handels-
huis voor Nederland en ook voor het buitenland had; hoe
hij ook in hofkringen bekend en gewaardeerd werd ’t
is alles den trouwen lezer van de Jaarboeken van „Die
Haghe” uitvoerig geschilderd.8Toch vernemen we in het
reisverhaal niets omtrent de uiterlijkheden, die ongetwij
feld ook in dat huis waren te bewonderen. De gastheer be-