EEN JOODSCHE WERELDREIZIGER IN DEN HAAG 267 boekerij der Boassen, dat ze niet eenzijdig van opvatting waren. Hun boekenbezit was de afschaduwing van hun geestesrichting, literairen smaak en persoonlijke belang stelling Van de boekerij van Simon Boas bestaat een document, dat duidelijk hiervan getuigt. Het is de catalogus van zijn hier ter stede in 1799 verkochte bibliotheek.14) Naast werken over Hebreeuwsche taal en Kabbala, vindt men ook filosofische geschriften. Het Oude en het Nieuwe Testament, de Concordancia van Trommius en die van Buxtorf behooren tot den boekenschat, ook een Hebreeuw sche vertaling van Euclides en het zeldzame astronomi sche werk van Dawid Rachabi. Zoo zal Abraham Boas de stof voor zijn mededeelin- gen in het tafelgesprek wel geput hebben uit werken in zijn boekerij aanwezig. Zijn fantastisch verhaal omtrent „sommige der twaalf stammen” betreft de zoogenaamde Tien stammen, die reeds vóór de verwoesting van den eersten tempel uit Palestina zijn weggevoerd en waarvan men later het spoor is bijster geraakt. Overal worden ze op de wereld gezocht en nergens gevonden15), telkens duikt het verhaal in de Joodsche geschiedschrijving op als de beroemde zeeslang. Abraham Boas had waarschijnlijk kennis genomen van het boek „Jews in America” van Thomas Thorowgood 16een vriend van John Durie, kapelaan van prinses Marie (1596-1680). Deze Tho rowgood had sterke belangstelling voor den missionaris John Eliot, „the Indian apostle” onder de Roodhuiden van N.-Engeland. Hij beweerde nu dat deze Roodhuiden niet anders waren dan de verloren gewaande Tien stam men. Het is ook niet onwaarschijnlijk dat Boas van dat alles had kennis genomen uit het boek Esperanca de Israel, dat de bekende rabbijn Menasse ben Israel in Amsterdam (1650) deed verschijnen en waarvan in het-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 275