EEN JOODSCHE WERELDREIZIGER IN DEN HAAG 270 delfstoffen, goud, zilver, koper en een zeer groote mag neet. Verschillende zeedieren en schelpen, die de zee uit werpt, in tal van variëteiten. Ook twee gebalsemde menschen, die mummie heeten; verder verschillende soor ten kruiden en ook oorlogstuig. Een houten hand ge maakt voor iemand, die zijn hand mist; zoo kunstig dat hij haar bijna als normaal kan gebruiken. Een paar schoe nen van een reus. Vrij groote edelgesteenten, diamanten, robijnen, saffieren, smaragden en dergelijke, meer dan dertig soorten. Onder andere een ongeslepen topaas van twaalf pond en een daarvan gekloofde steen ter grootte van een kleinen granaatappel, beide vele tonnen gouds waard. Hoeveel soorten niet van zeedieren! Vogels ter grootte van schapen, alle gebalsemd. Dan verschillende gesteenten van mooie kleur en vorming, zoo van nature gegroeid. Ook een afbeelding van een natuursteen. Vogels en visschen zijn er zonder tal. Reptielen en wor men bij duizenden. Variëteiten van gewassen, klein en groot, daaronder ook geneeskrachtige kruiden uit andere landen. Een der mummies zou negentien honderd jaar oud zijn. In het midden van sommige zalen staat een groote tafel, waarop allerlei merkwaardige dingen in bonte verschei denheid zijn geétalleerd. Daar is bijv, een houtsoort, die versteend is. Ja, alles is daar interessant, keurig opgesteld in kasten met glas ervoor, terwijl de deuren gesloten zijn. Alles is nauwkeurig gecatalogiseerd. In één woord: het is verbijsterend! Ik heb slechts genoteerd, wat ik me nog herinneren kan. Op elk groot, maar ook op het kleinste object, zelfs op kleine reptielen en wormen is een étiket geplakt, dat van een nummer is voorzien. Alles zoo syste matisch, dat vergeleken bij het kabinet in Padua, de ver houding is als mensch tot aap. Ik weet niet waarmee deze verzameling te vergelijken!”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 278