EEN JOODSCHE WERELDREIZIGER IN DEN HAAG 273 nam later een belang- in de 18e 18 v. Zuiden 12) Stamt uit een oud Joodsch geslacht en i rijke plaats in het Joodsche gemeenteleven in, zie S. Seeligmann t.a.p. pag. 50. 13) Zie Moses Mendelssohn, Gesammelte Schrijte (jubileumuit gave) deel XVI pag. LXXVI Brief 165 gedateerd: Berlin 14 Juni 1774. Deze oorspronkelijk in het Hebreeuwsch gestelde brief is verloren gegaan, maar in Duitsche vertaling bewaard in de Ge- sammelte Schrijte ed. Dr. G. B. Mendelssohn deel V pag. 527. M. verzocht om zijn dank aan Isaac de Pinto over te brengen voor zijn Précis des arguments contre les matérialistes Amsterdam 1744. Mendelssohn vraagt verder via Sommerhausen verontschuldiging aan Herz Ullmann, van wien hij een brief ontvangen had, waarop hij nog niet had geantwoord. Deze Sommerhausen is de vader van den dichter (vooral van parodieën en den paedagoog Tsebi Hirsch Sommerhausen. Hij stond ook in contact met het Joodsch letterkundig genootschap Toceleth (Tot nut) te Amsterdam. Zie Tongeleth, Een Joodsch letterkundige kring uit de XIXe eeuw door I. Maarsen, Amsterdam 1925, pag. 13. Hij was ook de eerste Jood in Nederland, die een rede over Mozes Mendelssohn hield, zie S. Seeligmann t.a.p. pag. 62. 14) Zie I. Maarsen, Een Haagsche boekencatalogus eeuw in Hacamoed, veertiendaagsch orgaan voor Joodsch Den Haag, jaarg. II (1933) pag. 5 en 6. „welk een aanzienlijke positie Salomo in Den Haag wel innam". Het was eenvoudig de hiërarchieke weg, die Azoelai bewandelde doordien hij als Sefardische Jood zijn geloofsbrieven toonde aan den leider der Sefardische gemeente in Den Haag. De karakteri stiek, die Azoelai geeft van het door Zwarts op pag. 237 zoo hoogelijk geroemde werk in handschrift van Saruco, leidt ook bij nauwkeurig lezen (zie Macgal tob ed. Mekitsé Nirdamim, pag. 155 regel 1518) wel naar het tegendeel. 10Zie S. Seeligmann, Het geestelijk leven enz. bij D. S. v. Zuiden, De Hoogduitsche Joden in 's-Gravenhage, pag. 48 en volg.; Azoelai maakt nog jaren later melding van een vraag, die Opper rabbijn Saul Halewie hem bij zijn bezoek in Den Haag had gesteld, in een zijner werken Midbar Kedeemoth sub voce Israel. ]1) Tobias Boas werd 87 jaar oud (16961782), t.a.p. pag. 34.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 281