HAAGSCHE DRUKKERSFAMILIE VAN KARNEBEEK 277 Karnebeek Jr.” yder zoo en civile bediening te zullen trachten, aan een veel moegelijk, genoegen te geven.” ’s-Hage den 22 Juny 1793, Js. van Ook de vader van Jacobus van Karnebeek Jr. heeft in de drukkerij gewerkt, zooals Dr. E. F. Kossmann in zijn Biografisch Woordenboek der Haagsche Boekverkoo- pers1) vermeldt. Dat de kleinzoon het bedrijf zou voortzetten, had Jacobus van Karnebeek Sr. bij uiterste wilsbeschikking dd. 23 Juni 1789 verleden voor notaris A. van der Sanden en bevestigd bij bovengenoemd testament van 19 Augustus des zelfden jaars bepaald. Hierbij werd hem de vrije keuze en optie verleend, om na zijn grootvaders heengaan de boekdrukkerij met de zes persen en alle materialen en verdere gereedschappen, in mindering op zijn erfportie over te nemen voor 8000.—. Bovendien zou hij het bedrijf in het zelfde perceel mogen blijven uitoefenen, wanneer hij zijn grootmoeder als we duwe 150.— huur 's jaars betaalde. Ook werd hij in het zelfde jaar dat deze regeling werd getroffen, in het gilde der drukkers opgenomen, zoodat niets de voortduring van het bedrijf in den weg zou kun nen staan. Nadat Jacobus van Karnebeek Sr. hoogbejaard was heengegaan, verklaarde Jacobus Jr. 20 Juni 1793 met de bepalingen ten zijnen voordeele accoord te gaan en zich bereid de drukkerij voort te zetten. Acht dagen later hechtte de Hooge Raad hieraan zijn goedkeuring. Eerst twee jaar later volgde de boedelschij- ding voor notaris W. P. Turnball de Mikker. 2) Jeremias van Karnebeek woonde toen te Londen en machtigde no taris C. L. van Overvelt, terwijl voor Maria van Karne- 1T.a.p. Deel II blz. 212. 2Gemeente archief ’s-Gravenhage Not. Arch. No. 5652.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 285