BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH. 38 het middeleeuwsche Den Haag. Van dit alles vormt deze studie den neerslag. Zij wil een beeld geven van den tijd, waarin de Hofboeken geschreven zijn. Een schets van het cultureele leven in Den Haag tot het eind der 16e eeuw bestaat er niet. Wel zijn er in de Jaar boeken over enkele verspreide onderwerpen artikelen ver schenen, wel geeft J. Smit in zijn „Den Haag in den Geuzentijd” een uitnemend beeld van deze periode, wel behelst het artikel in de Mededeelingen van de Vereeni- ging tot Beoefening van de Geschiedenis van ’s-Graven- hage, deel I, ,,'s-Gravenhage onder de regering der Gra ven uit de huizen van Holland, Henegouwen en Beyeren” veel merkwaardigs, maar een overzicht krijgt men door al deze studiën toch niet. Ook de Riemer geeft dit niet. Hij heeft trouwens een massa archiefstukken niet geraadpleegd, o.a. niet de rent- meestersrekeningen van Noordholland, en niet de Hof boeken. Zoo is de inleiding op de Hofboeken ten slotte uitgegroeid tot een lijvige studie, waarin wederom het snoeimes gezet is moeten worden om ze in één Jaarboek gedrukt te kunnen krijgen. Allerlei onderwerpen, in de genoemde inleiding aan geroerd, zijn in deze studie uitvoerig behandeld. Min of meer is deze studie te zien als een aanvulling van mijn studie, gepubliceerd in het Jaarboek 1924, waarin ik Die Haghe besprak vanuit juridisch, kerkelijk en waterstaat kundig oogpunt. I. GODSDIENSTIG EN KERKELIJK LEVEN. Waar de godsdienst in de middeleeuwen het centrale punt was voor het zedelijk en maatschappelijk leven, ligt het voor de hand te beginnen met een bespreking van de godsdienstige en kerkelijke instellingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 46