BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
44
Zie hierover uitvoeriger mijn studie in het Jaarboek 1924 blz.
203 en vlg.
2) Zie over de hofkapel eveneens De Riemer I blz. 183 en de Mede-
deelingen I blz. 192 en vlg.
3) Zie over de school en hare ontwikkeling het desbetreffende arti
kel in deze studie.
Kerken en Kapellen tot de parochie behoorende. 1
Tot de parochie behoorden enkele kerken of kapellen,
waarvan er twee, nl. de Hofkapel en de kerk te Schevenin-
gen in den loop der jaren afgescheiden zijn geworden van
de parochie, terwijl de kapel te Eikenduinen slechts tijde
lijk een afzonderlijke parochie schijnt gevormd te hebben
om daarna weer als kapel bij de parochie te worden in-
gelijfd.
a. De Hofkapel.
De Hofkapel 2), gewijd aan de heilige Maagd Maria,
zou men de parochiekerk kunnen noemen voor het Hof,
de edelen en de suppoosten, maar tot Kerspelkerk is de
Hofkapel nimmer verheven, hoewel zij het recht had het
sacrament van den doop toe te dienen. De abt van Mid
delburg had, uit kracht van zijn patronaatsrecht, ook het
recht van voordracht van de vier kapelanen van de Hof
kapel.
Op 31 December 1367 stichtte de graaf binnen zijn hof
het St. Maria en Andreas-kanunniken-kapittel. Toen
werd niet alleen de Hofkapel bij het kapittel geïncorpo
reerd, maar ook „de cure ende kerke in den Hage, die ca-
pelrie te Eyckenduinen”. Toen kregen de kanunniken ook
„die scole van den Hage met alle haren toebehoren”. 3)
Het kapittelhuis heette de Canesye en lag aan de oost
zijde van het Binnenhof ter plaatse, waar nu het Ministerie
van Binnenlandsche Zaken staat.
In 1372 krijgt het kapittel een eigen rechtspleging van