LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW 49 4 3) Men zie over het Sint Nicolaasgasthuis G. H. Peters, Jaarboek 1924 blz. 258 en vlg. en De Riemer I blz. 428 en vlg. 2) Zie hierover in deze studie het hoofdstuk over de Vleeschmarkt en de Korenmarkt. 3) Zie over het heilig Sacramentshuis en de kapel de Riemer I blz. 489 en vlg. aan de Zusteren van Bethlehem „anno LXXXII hoirt die Susteren van Betlyem, dairin begrepen die susterenkerck, poirt en de spraeckhuus”. Dit klooster heeft in de geschie denis een treurige vermaardheid verkregen als zetel van den inquisiteur-generaal der Nederlanden. In 1617 heeft de voormalige Proosdij nog eenigen tijd als scheurkerk voor de „Haagsche Rijswijkloopers” onder Henricus Rosaeus dienst gedaan. Het Sint Nicolaasgasthuis met de kapel1), gesticht door den graaf 1355, gelegen aan de Gasthuissteeg, later de Groote Halstraat, omdat de voormalige Sint Nico- laaskapel toen ingericht was als Vleeschhal. 2) Deze Sint Nicolaaskapel stond oorspronkelijk bij het gasthuis, is 1400 tegenover het gasthuis nieuw gebouwd. Het be stuur berustte bij gasthuismeesters, waarover zoo aan stonds nog iets gezegd wordt. In 1385 werd het gasthuis begiftigd door den graaf met het privilegie van de laken hal, de korenmaat en de ellemaat. g. Het Heilige S act aments gildehuis en de Heilige Sacramentskapel, beide gesticht door de religieuse broe derschap ter eere van het Heilige Sacrament, het Heilig Sacramentsgilde. 3) De kapel stond in het Noordeinde, aan de westzijde, waarnu in de huizenrij no. 10E staat. In 1591 werd ze voor het eerst als Engelsche kerk gebruikt, in 1595 voor goed en om beurten met de Duitsche ge meente. De gang naar de kapel, de z.g. Gasthuispoort, leidde naar het Heilige Sacramentsgildehuis, dat tevens als gasthuis in gebruik was voor zieke gildebroeders of

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 57