LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW 53 van C. L. Hansen, Jaarboek 1916, in diens artikel over Haagsche Hofjes, geeft zoo’n merkwaardigen kijk op het godsdienstig leven uit de 16e eeuw en verklaart ons hoe deze huisjes aan hun naam van Drievuldigheidshuisjes kwamen. De bewoners waren n.l. gehouden „alle morgen ende tsaevonts ter eere der Heyligen Drievoudicheyt ende devijff wonden ons Heeren Jesu Christi voir oft int voors. beedehuys te spreecken vijff Pater Nosters ende vijff Ave Marien.” „Int camerken, dat in de capelle getimmerd es, dair sal men een eerlicke weduwe ofte maecht inne laeten wonen, die smorgens vrouch de capelle ontsluyten ende tsavonts sluyten sail, veegen ende wassen. Zij krijgt voor haar moeite jaarlijks, behalve een pond „van den ge- reetsten gelde” veertig tonnen turfs „ende mitten over schot sal men dat bedehuys of oratoir onderhouden.” De begeving der huisjes berustte vóór de Reformatie bij den pastoor, de burgemeesters en den baljuw, daarna verdwijnt de pastoor uit dit college. De naam Sint Jacobs- huisjes of Drievuldigheidshuisjes verdwijnt dan ook en dan komt de naam Geefhuisjes naar voren, omdat de be geving bij burgemeesters en baljuw berustte. In 1592 zijn door Peter Cornelisz., den klerk van Cor nells Barthout en administrateur van zijn goederen, nog drie huisjes er bij gesticht. In 1665 is deze fundatie van de Sint Jacobsstraat overgebracht naar het Hoogezand. Toen omstreeks 1700 de familie van den stichter was uitgestor ven, werd de stichting geadministreerd door burgemees ters; nu wordt ze beheerd door het college van B. en W. In „De Kerkelijke indeeling omstreeks 1500”, blz. 274, wordt gezegd, dat deze kapel gewijd was aan Sint Jacob minor. In geen enkele acte heb ik eenig bewijs hiervoor kunnen vinden. Het lijkt me waarschijnlijker, dat de kapel gewijd was aan Sint Jacob major, den patroon van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 61