LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
55
T) Gem. Archief. Francijne Register fol. 202.
dat Kerkmeesters en Getijdemeesters en we zullen
straks hetzelfde zien bij de Heilige Geestmeesters'geen
kerkdienaren waren in den letterlijken zin van het
woord. Dan zouden ze krachtens hun ambt onderworpen
zijn geweest aan het gezag van den bisschop en aan hem
rekenplichtig. Maar ze waren verantwoording schuldig
aan wie hen aangesteld hadden, feitelijk dus aan de
parochie.
In elke groote kerk, die door de parochie zelf onder
houden moest worden, trof men beide categorieën van
functionarissen aan. Zoo ook in de St. Jacobskerk. Met
een korte onderbreking echter. Toen in 1539 na den
blikseminslag in den toren de kerk hersteld moest worden,
achtte de overheid het 't beste beide ambten te vereenigen
en traden de Kerkmeesters daarna ook alsZeven-getijde-
meesters op. Totdat het Hof van Holland bij resolutie
van 25 September 1568 t) beide functiën weer separeerde
,,alsoe den Hove van Hollant aengegeven is geweest,
hoe dat in alle parochiael-kerken, die bij den gemeenten
onderhouden moeten werden, zijn twee principael offi-
cien, dair van het een streckende tot onderhout van den
fabryke, ornamente en chiraige van de kerke, bedient
word bij de kerkmeesters en het ander officie streckende tot
onderhoud van den dienst Goods en vermeerdering van
dien, wordt bedient bij getijdemeesters en zijn de twee
voorsz. officien in allen plaetsen bij verscheyde admini
strateurs bedient geweest, oeck mede in de St. Jacobs
Parochiekerke in den Hage ende dat totten jare negen en
dertig lastleden, dat die voorsz. kerke metten blixem deur
Goods verhengenisse verbrande; mair alzoe tot restau
ratie en reëdificatie van de voorsz. kerke ’t welk gedaen
moste wezen, alleer men die zeven getijden en den dienst