LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW 67 Rentmeesters Rek. van Noordholland 1394/95 fol. 54. 2) Grafelijkheidsrekening 1398/99 fol. 61. 3) Jaarboek 1916 blz. 39 en vlg. 4) Gemeente Archief. O.a. 1361 fol. 11. syne kaersse ende patroon". Elke gildebroeder was ver plicht te komen op een boete van drie pond. In de voorafgaande week moesten de straten schoon gemaakt worden en gereinigd van „alle mishoopen ende andere vuylnisse”. Echer vond de Magistraat het noodzakelijk in ge noemde keur uitdrukkelijk te verbieden, dat „nyemant van de ghildebroeders onder wegen sullen byer onder heurluyden doen haelen om onder den ander te drincken”. Ook graaf Albrecht schijnt met zijn hof aan deze proces- sie’s te hebben deelgenomen: „In den Hage, als men pro cessie droech ende min Heere mede ghinc” x); „op 's hei- lichs cruysdach inventio mijn Heere ende mir Vrouwe ge geven, die sij den heiligen cruys in de hout, dair men pro cessie droech, offerden, II holl. gulden. 2) Dr. H. E. van Gelder beschrijft in zijn studie over „De broederschap der schutters van St. Joris" 3) het meedoen van de St. Jorisschutters aan de processie op den Heiligen Kruisdag. Ook aan de groote processie op Heiligen Sacraments dag deed de ganscheburgerij mede. In een speciale keur4) gebieden baljuw, schout en gerechte „dat alle gildebroe- ders ende gildesusters, gehouden sullen wesen te gaen optenheyligen Sacramentsdach onder heurluyder kaersse ende te doen draghen heurluyder ornamenten van den gildens mitten toortsen ende toortijssen, die sij hebben op een boete van drie pont ende dat geduyrende de geheele processie totdat die wederomme gecomen sal sijn in de kercke”. Het was zelfs geboden, „dat hem nyemant upten voirsz. Sacramentsdach vuyten Haeghe en zal absenteren

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 75