BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH. 76 goede ter zee ghehadt ende gheleden hadden, alsoe wel bij vangenisse als oock bij fortuyne van der zee, mits welcken tvoorscr. dorp van Scheveninghe die helft van van buysen, volcke ende goeden niet en hadden, twelck sij hadden ten tijden ende lange dair nae dat denselven dorpe die voorscr. portie gegheven hadde geweest; seg- ghende voorts die voorscr. eysschers dat up desen tijt die- selve eysschers niet meer in getaele en waeren dan om trent hondert ende tnegentich hoofden, dair van die vijf- tich mit hoeren kinderen daegelicxs gingen voir die huy- sen ende doeren van den anderen broet om Goidts willen bidden ende van den anderen hondert ende veertich die hondert van dien hoer broet van dagen tot daige an den anderen veertich te zee ende anders winnen mosten’ Een in geen enkel opzicht florissanter beeld wordt ons in 1494 geschilderd in de „Enqueste upt stuck der ver- pondinghe”. „Eerst angaende die haertsteden zeggen die van der Haghe bij heuren eede, hemluyden hoochlycken gestaeft, dat in den Hage ende up tlandt met Oostambacht tsa- men alsnu alsoe veel haertsteden zijn als daer waeren ten overlijden van hertoge Karei, te weten 1348, onder de- welcke wel zijn 500 die van den Heyligen Geest leven, zijn oock onder deselve 1348 haertsteden, die de Jacop- pijnen, de Zusterhuysen, kanonycken, advocaten, pro- curatoirs ende andere suppoosten van den Hove toebe- hoorende ende niet en gelden”. De schildering, die de afgevaardigden van Den Haag geven van den economischen toestand is ook verre van rooskleurig: „aangaende die neeringe seggen die van der Hage, dat sij hem geneeren metter drapperye ende met herberghe te houden, sonder breeder oft eenighe ander neeringhe te hebben. Seggen voort, dat sij meer dan deen helft als nu armer sijn, dan sij waeren ten overlijden van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 84