LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
79
leven op kosten van den Heiligen Geest laat zich begrij
pen. Evenzeer, dat geen Magistraat van zulke zwervende
bedelaars gediend was. Zoo vinden we herhaaldelijk
keuren, waarin den bedelaars gelast wordt, binnen enkele
dagen den Haag te verlaten. Maar het feit, dat zulke
keuren telkens herhaald moesten worden, wijst wel op de
onmogelijkheid om den stroom van bedelaars te keeren.
Deze bedelaars konden gratis overnachten in de stove”
waarop zoo aanstonds nader wordt teruggekomen
of in den Bayerd van het Sint Nicolaasgasthuis; we zou
den zeggen in Tehuizen voor Onbehuisden.
Vooral in het midden der 16e eeuw en in het begin van
den tachtigjarigen oorlog was de toeloop groot. Strenge
keuren zijn er het gevolg van, en het ambt van Heilige
Geestmeester of Huijssitmeester schijnt toen wel verre
van benijdenswaardig te zijn geweest.
Typeerend voor den toestand in 1569 is de „keure ende
ordonnantie van de bedelaers ende vagebonden”, op 3
Augustus door de Magistraat uitgevaardigd 1waaruit
we een en ander willen aanhalen: „voorts gebiet men alle
arme luyden binnen den Haghe of Haeckambacht wonen
de ende van den aelmoesse, zoe van den Heyligen Geest
ofte Huysitten levende ende voer de kercke ofte tHoff
sittende, dat zij voertaen nyet en zullen moeghen gaen
drincken tot eenyghe plaetssen binnen ofte buyten den
Haghe noch oeck converseeren in tavernen, cabaretten
noch ander diergelijcke plaetsen noch mitten taerlinck
speelen in geender manieren quard speelen ofte eenyghe
andere speelen, sullen hen oick die jonge mannen, levende
van de aelmoesse als voeren hen moeten verdraghen te
frequenteeren in suspecte ende oneerlicke plaetsen ofte
huysen ofte eenichsins droncken te drincken up peyne
zoe wye bevonden wordt in suspecte huyssen te zijn ofte
3) Gemeente-archief O.a. 1361, fol. 56 en vlg.