LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
87
1) Zie de Mededeelingen van de Vereeniging ter beoefening van
de Geschiedenis van 's Gravenhage I blz. 304. Hier vernemen we ook,
dat de beide Sint Anthoniskapellen in het Bosch stichtingen van den
graaf zijn geweest.
Zie De Riemer I 508 en vlg.
Deze Willem van Sempy, de kluizenaar, was een
vreemd heer. Vermoedelijk bevond hij zich ten tijde van
deze verklaring als gevangene op de Voorpoort, ver
dacht van allerlei misdrijven en kort daarop schijnt hij
zijn leven op het schavot te hebben beëindigd x).
De orde van de Crepelen schijnt zeer gebloeid te heb
ben; zooals we zagen breidde ze in 1480 haar bezittin
gen in de Vleerstraat met twee perceelen uit. En bij
vonnis van schepenen wordt in Juli 1486 de bezitting
van de Sint Anthonis heeren toegewezen aan „die broers
ende gilde op de Geest”. (Hofboek 1458— 1490
bl. 166.)
Er heeft, schijnt het, tusschen beide Sint Anthonis
orden een gespannen verhouding bestaan, die zelfs uit
liep op een proces voor het Hof van Holland. De Sint
Anthonisheeren betwistten nl. de wettigheid van de
orde der Crepelen2), en in de acte van verweer van
de orde der Crepelen vinden we allerlei merkwaardigs
van deze orde meegedeeld, weshalve we er enkele din-
uit zullen overnemen. De Crepelen beginnen dan te ver
klaren, dat ze hun confirmatie verkregen hadden van
hertog Karei van Bourgondië ,,en dat zij verkregen
hadden zekere arme huyskens en beddekens, daer zij-
luyden hun zelven berghen ende onderhouden, consi-
dererende, dat zij overmids haere zeerigheyt en gebre
ken niet bequaem en zijn onder tgemeen volck te logee-
ren, dair dat zij oock die crancke, die niet gaen en
moghen, bewaeren en meer anderen bijstaen met haere
aelmissen, die zij hun tevoren halen ende bidden en in