BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH. 88 welck gasthuys zij oick ter eeren Goids en Sint Antho- nis begonnen te tymmeren een capelie, dair die arme ende crancke gildebroeders dagelijks misse in hoeren souden, levende aldaer in goede conversacie ende ver- gaderinge, al bij consente ende octroye van den peni- tencier van onzen heyligen Vader den Paus ende oick des bisschops en de diversche cardinaelen hen aflaeten ten dezen voirs. capelle gegonnen hadden.” Uit deze acte volgt dus, dat de orde van de Crepelen in de Vleerstraat een ziekenhuis heeft opgericht, dat zich dus, zooals we zagen, sterk uitgebreid heeft en dat in dit ziekenhuis een kapel voor den Heiligen Antonius is gesticht. Maar om nu op het proces terug te komen. Het slot is geweest, dat op 5 Juli 1488 het Hof vonnis velt, waarbij de Crepelsorde niet alleen werd opgeheven, maar dat zij zelfs in Den Haag en in de landen van Holland, Zeeland en Friesland werd verboden, terwijl twee gildebroeders, Heyn Halfvoet en Symon mitten corten arm gedurende twee uren aan een staak op het schavot hun „injuriën” jegens de Sint Anthonisheeren zouden hebben moeten boeten. Inderdaad is deze sententie door het Hof genomen en De Riemer trekt nu de conclusie, dat de Crepelsorde sindsdien ook verdwenen is uit Den Haag. Niets is echter minder waar, zoodat het wel zeer waarschijnlijk lijkt, dat de sententie niet is uitgevoerd. Want zou ze wel zijn uitgevoerd, dan had het Hofboek van 1458—1490 moeten aangeven aan wie de bezittin gen van de Crepelsorde in de Vleerstraat en op den Geest zouden zijn overgegaan. Dit is niet het geval. Integendeel. In flagrante tegenspraak met deze sententie staat het feit, dat het Hofboek van 1512 (blz. 350) ,,dye broederscop van de Crepelscapelle” met nog meer bezit-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 96