LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
89
J) Gemeente-archief Papieren Register fol. 63vs.
tingen aan de Vleerstraat vermeldt dan het Hofboek
van 1458'4490 en dat volgens het Hofboek van 1561
(blz. 413) haar bezittingen nog meer zijn uitgebreid.
De Crepelsorde werd bestuurd door vier kapelmeesters,
die sedert het begin der 16e eeuw door de Magistraat
werden benoemd.
Pestbestrijding.
De Sint Anthoniskapel in de Vleerstraat met het bij-
behoorende aan de orde der Crepelen toebehoorende
ziekenhuis heeft een belangrijke rol gespeeld in het ’s-Gra-
venhage der 15e en 16e eeuw, immers het was het eerste
particuliere ziekenhuis voor degenen, die door het Sint
Anthonisvuur of de pest waren aangetast, terwijl, zoo-
als we straks zullen zien de kapel steeds de kerk is ge
weest, waar de huisgenooten van pestlijders, met uitslui
ting van alle andere kerken, ter kerk mochten gaan.
Maar de Magistraat blijkt in het begin der 16e eeuw
tot het besef te zijn gekomen, dat ook zij daadwerkelijk
moest ingrijpen om deze vreeselijke ziekte te keeren en
dat zij de verzorging van die zieken niet aan het Crepels-
gilde mocht en kon overlaten. Zij sticht nu zelf een zie
kenhuis voor pestlijders vlak bij de Sint Anthoniskapel in
de Vleerstraat, op den hoek van het tegenwoordige Slijk-
einde. Immers in het Hofboek van 1561 vinden we op
blz. 413 naast de zoo juist genoemde bezittingen van de
Crepelskapel genoemd het pesthuis van Den Haag
(fol. 96).
Dit pesthuis bestaat reeds in 1519, want dan koopt de
Magistraat een huis op den Geest „gelegen tusschen
Sincte Anthoniscappelle ende het sieckhuys van der pesti
lentie”. t) Maar het perceel, dat in de acte van 1519 als