DOOR H. A. HÖWELER. HET HAAGSCHE DICHTGENOOTSCHAP „KUNSTLIEFDE SPAART GEEN VLIJT” 1772—1818 i) Archief van K. S. G. V. Over de 18e-eeuwsche dicht genootschappen in het algemeen is nogal wat geschre ven, al ontbreekt ook een samenvattende studie. Maar het interne leven van zulk een dichtlievend genootschap heeft tot dusver niet de aandacht genoten, die het als karakteristiek verschijnsel in onze letterkundige geschie denis verdient. De meeste schrijvers over dit onderwerp putten hun gegevens uit de gepubliceerde dichtbundels der genootschappen. In vele gevallen zal men niet ver der kunnen komen bij gebrek aan archiefstukken. Waar dit laatste niet het geval is, zooals bij het Haagsche dichtgenootschap „Kunstliefde Spaart Geen Vlijt”, loont het echter de moeite om met behulp van notulen-boeken, brieven, ledenlijsten e.d. zich een beeld te vormen van de organisatie en den gang der werkzaamheden van een toonaangevend genootschap. Voor zoover ik heb kunnen nagaan bestaat er van x) Dit artikel is in eenigszins anderen vorm reeds opgenomen in het Tijdschrift voor Ned. Taal- en Letterkunde Dl. LVI afl. 23 en wordt met toestemming van schrijver, redactie en uitgeefster hier opnieuw gepubliceerd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 108