HET HAAGSCHE DICHTGENOOTSCHAP
86
l
J
J) In het geheel vond ik (tot 1804) 13 beschermheeren genoemd.
De titels van Baron van der Does besloegen in den genootschaps-
bundel 12 regels druk.
Met L. P. v. d. Spiegel bleef K.S.G.V. in contact ook tijdens zijn
gevangenschap te Woerden; hij behoefde geen bijdrage meer te be
talen en behield zijn titel van maecenas.
met regeeringspersonen of mannen van hooge geboorte.
Doorgaans stond het onder bescherming van 5 maece-
naten, behoorend tot de landsregeering of de vroedschap
van Den Haag. Onder hen vinden wij genoemd de raad
pensionarissen P. Steyn, P. van Bleiswijk en L. P. van
de Spiegel, den griffier H. Fagel en de burgemeesters
J. Hudde Dedel, J. Dierquens, I. Patijn, Mr. Quirijn van
Strijen, Jhr. W. J. Th. Baron van der Does van Noord-
wijk, W. G. F. Graaf van Bentinck, J. Slicher e.a. 1).
Omvangrijk was de taak der beschermheeren niet; zij
gaven moreelen en financieelen steun soms schen
kingen van 40 dukaten en verhoogden de statigheid
der algemeene vergaderingen. Bij de beoordeeling der
prijsverzen was doorgaans een hunner aanwezig; na de
gevallen beslissing opende hij het verzegelde naam
briefje van den prijswinnaar en verbrandde de overige
briefjes in een komfoor, bij welke werkzaamheid enkele
andere leden behulpzaam waren.
Alle beschermheeren werden natuurlijk met de groot
ste onderscheiding behandeld en in onmatige lofspraken
verheven; misschien hebben de heeren Dedel en Slicher
zich wel de meeste sympathie verworven. De eerstge
noemde legateerde aan het genootschap het belangwek
kendste stuk uit den lateren inventaris, nl. Vondels por
tret, geschilderd door Ph. de Koning.
De beschermheer Mr. Slicher deed zijn titel eer aan
door in moeilijke tijden van achteruitgang en ontredde
ring het genootschap met raad en daad te helpen, zoodat