„KUNSTLIEFDE SPAART GEEN VLIJT” 1772-1818 89 i) Na uitnoodiging door den gastheer. Vergaderingen. De vergaderingen van het bestuur, die ook toegankelijk waren voor de andere leden 1 hadden plaats op Zaterdagavond en wel van 1 Nov.— 1 Mei om de drie weken, van 1 Mei-1 Nov. om de vier weken. De tusschentijdsche buitengewone verga deringen waren in sommige perioden even talrijk als de reglementaire. Men vergaderde in ’t begin telkens bij één der bestuursleden aan huis; de gastheer was voorzitter en moest als zoodanig een gedicht inleveren, dat de volgende maal beoordeeld zou worden. Op den duur werd een kamer in het Mauritshuis de gewone plaats van samenkomst. De vergadering begon om half zeven; wie dan zonder kennisgeving ontbrak, verbeurde een zesthalf. Dezelfde boete betaalde degene, die vóór negen uur vertrok; plakken na half elf kostte 1.— boete; geheel wegblij ven: 2 zesthalven; verzaken van den gastheersplicht: 3.—. Steeds gold ziekte als excuus. De dichtkunst moest uiterlijk om kwart voor zeven aan de orde komen. Een bestuurslid betaalde bij zijn entrée 3 gouden du katen. Om bedankjes te voorkomen liet men vooraf de personen, die voor een uitnoodiging in aanmerking kwa men, polsen; daarna had het formeele voorstel plaats, waarover de bestuursleden stemden met onbeschreven Bestuurders. Het dagelijksch bestuur werd gevormd door ten hoogste 8 gewone leden, waarvan er één bij toerbeurt voorzitter was. Dit bestuur coöpteerde zich zelf, verkoos de leden, die behoorden tot andere cate gorieën, zorgde voor de lokaliteit, de bibliotheek en de geldmiddelen, en regelde of beoordeelde de verzen productie.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 116