Oudewetering den
10en van Wiedemaand 1781.
„KUNSTLIEFDE SPAART GEEN VLIJT” 1772^-1818 91
x) Onder de notulen van 1774 schreef Wielheesen: Soli Deo
Gloria. Over het algemeen notuleerde hij duidelijk, maar breed
sprakig.
2) Achtmaal b.v. had de secretaris den predikant J. Scharp in
dichtmaat te feliciteeren met de geboorte van een huwelijkstelg; in
dezen wedstrijd tusschen natuur en vernuft gaf het laatste zich ten
slotte gewonnen, want het bericht van de komst van het negende
kind werd voor notificatie aangenomen.
Als staaltje van dit genre intieme poëzie kan dienen de volgende
Geboorteaankondiging aan K. S. G. V.
WelEd. Heeren en Kunstvrienden!
De Bron van alle Heil en Oirsprong van het leven
Heeft in den jongsten nacht mij stof tot vreugd gegeven:
Mijn lieve Elizabeth, wat heilbejegening!
Laaft aan heur blanke borst een’ derden zuigeling,
Een welgeschapen zoon, zeer frisch van lijv en leden;
De kraamvrouw vindt zich wel, naar tijdsomstandigheden.
Dank met mij voor die gunst Gods goedertierenheid!
Ik blijve, blij te moe, met toegenegenheid
UWelEds onderdanige dienaar en kunstvriend
Henricus Hasebroek.
H. Wielheesen. De eerste secretaris van het genoot
schap is geweest H, Wielheesen; telkens werd hij weer
voor twee jaar benoemd. Behalve de notulen der ver
gaderingen x) moest hij een Secreet-Resolutieboek bij
houden; wie ten opzichte van dit laatste de geheimhou
ding schond, verbeurde 10 dukaten; het lag slechts voor
bestuursleden ter inzage. In 1773 verleende het gemeen
tebestuur van Den Haag 300.subsidie; bovendien
kreeg het genootschap verlof om in het Mauritshuis te
vergaderen. Zoodoende werd het mogelijk om aan den
secretaris „tot eene aangenaamheid” een jaarlijksche
belooning van 20 duk. en aan den penningmeester (G.
Beyer) 10 duk. te geven.
Daar het secretariaat steeds meer werk meebracht 2)