HET HAAGSCHE DICHTGENOOTSCHAP 92 wijdde Ds. dachtenis Positie der Bestuurders. Naast de lasten, die de be stuursleden op zich namen, vermelden de notulen ook enkele lusten. Niet alleen voelden zij zich al spoedig in de literaire wereld als machthebbers, waarmee de dich ters rekening hadden te houden, maar ook materieele voordeelen wakkerden de vlijt aan; alle bestuurders kre- 1) H. Wielheesen, van Arnhem geboortig, was schoolmeester aan het Burger-Weeshuis en voorlezer in de Nieuwe Kerk te Den Haag. 2) Deze heeft zich in moeilijke jaren zeer verdienstelijk gemaakt, langen tijd zonder salaris te ontvangen. In 1819 kreeg hij eervol ont slag en een zilveren medaille. alle aanmerkingen op de ingezonden stukken moest de secretaris overschrijven werd zijn salaris later be paald op 150.In 1781 kon de ijverige Wielheesen, door ziekte belemmerd, zijn in omvang toenemende taak niet meer vervullen; het bestuur stelde hem een adjunct op een salaris van ruim 52.terzijde. Tevens bepaalde men, dat de secretaris geen bestuurslid meer kon zijn; hij werd een bezoldigd ambtenaar zonder stemrecht. Wielheesen stierf in 1781, diep betreurd door zijn kunst broeders. In de algemeene vergadering van dat jaar van Spaan enkele woorden aan zijn nage- en stelde de vraag, of zijn hoorders ooit iemand ontmoet hadden ,,die in waare grootheid en kundigheid over zijne laage geboorte en geringen stand op deeze wereld luisterrijker zegevierde”; uit pure be scheidenheid was Wielheesen’s dichtader op het laatst begonnen te kwijnen. Opvolger van Wielheesen werd de adjunct-secretaris H. van der Burch; in 1788 zette J. M. Sobels het werk voort. 2)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 119