HET HAAGSCHE DICHTGENOOTSCHAP 94 Namen licht niet te van buitengewone leden. Deze eisch was al- zwaar voor buitengewone leden als Mr. Buitengewone leden. Een lid van deze groep had twee verplichtingen: jaarlijks droeg hij een gouden dukaat bij voor de kas en leverde hij vier gedichten in bij de be stuurders (boete: een gouden dukaat). Hij moest zijn naam plaatsen in het „aanteekenboek” en ontving gratis een exemplaar van den dichtbundel. Het entrée-geld bedroeg een gouden rijder. De vier verplichte gedichten vormden dikwijls een bezwaar; op herhaald verzoek werd het reglement in 1779 gewijzigd, zoodat één groot gedicht de vier kleine mocht vervangen. Twee jaar later besloot men, dat groot” zou beteekenen: op zijn minst 60 regels. Vroe ger had het bestuur geoordeeld, dat „hij naauwelijks den naam van eenen dichter, veel min Zangbergstigster (sic) verdiendt, die geen vier goede vaerzen van 20 regels in een geheel jaar kan voortbrengen”. hij emeritus (17 Nov. 1786) en verhuisde naar A’dam, waar hij in 1789 overleed. Zijn door Bolomey geteekend portret werd, evenals dat van zijn zoon, in 1787 uit de vergaderzaal van K.S.G.V. ver wijderd: een niet onvriendelijk bedoelde formaliteit. R. v. Spaan ontving nog jarenlang gratis den genootschapsbundel. G. Beyer (f 1790), J. van Hoogstraten (f 1801), Mr. J. Th. Royer, J. Spex, Mr. Th. van Limburg (naast en na Van Spaan de groote man, j- 1815), Mr. R. van Spaan (tot 1787), J. Vosmaer (f 1781), C. B. Voet (f 1798), Ds. D. A. Reguleth (j- 1794), J. van Os, F. A. de Hartogh (f 1814), Ds. W. de Koning, Mr. P. A. R. van Ouwenaller (in 1801 gekozen; verder niet vermeld) en Ds. R. P. van de Kasteele.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 121