DE ZEGELS VAN 'S-GRAVENHAGE
4
1
J) Alg. Rijksarch. Rijnsburg. Inv. 498, Reg. 393.
2) Alg. Rijksarch. St. Maria in Galilea. Inv. 3, Reg. 12.
3) Alg. Rijksarch. St. Elisabeth. Inv. 32, Reg. 101.
onsen gemenen segel” op 25 Juli 1369 x). Dit zegel
is veel en lang gebruikt; pas op 21 Juli 1546 komt het
voor het laatst voor. Het is, afgedrukt in groene, een
enkele maal in bruine was, te vinden aan stukken uit
vele jaren tusschen 1422 en 1508. Het is merkwaardig
dat het daarna in 1546 nog weer eens is gebruikt. Het
zegel geeft wederom een poortgebouw te zien met drie
torens en met boomen ernaast. Het randschrift luidt:
Sigillum Scabinorum de Haga (afb. 2).
Het was in 1546 lang het eenige zegel niet meer,
want nadat het oudste stempel blijkbaar na 1416 was
gebroken of verloren gegaan verschijnt aan een stuk
van 13 Januari 1441 2) een derde zegel, ditmaal kleiner
van formaat. De Riemer kende het van 1462 tot 1482.
Het vertoont wederom een poort met drie torens, maar
die aan de zijden zijn veel hooger en slanker geworden
en dragen een spits. Het is uitdrukkelijk als kleinzegel
bedoeld, zooals het randschrift: S paruum scabinoru de
Haga aanduidt. Dit kleinzegel (afb. 3), komt zeer veel
voor, afgedrukt in groene of bruine was. Van 1449 af
zijn bijna van elk jaar afdrukken bekend, tot het op
17 Juli 1500 voor het laatst verschijnt. Vermoedelijk zal
zeer kort daarna het stempel zijn te gronde gegaan,
want reeds op 7 Juli 1501 wordt een stuk 3) met een
nieuw, dus het vierde zegel (afb. 4) bekrachtigd.
Dit hoewel ook een poortgebouw vertoonend, is van
een ander en forscher type. Voor het eerst ontbreken
de beide boomen en is het randschrift: S. scabinorum de
Haga op een lintornament aangebracht. Op een der uit
einden is een jaartal geplaatst, dat vermoedelijk 1500