ling (1775). Twee jaar later benoemde men hem tot buitengewoon lid, maar kort daarna daalde hij op ver zoek van Bern, de Bosch weer af tot zijn vorige positie. Blijkbaar was dit gebeurd vanwege zijn „pas ontlooken en teedere jeugd”, welke hem ook verhinderde om op de algemeene vergadering van 1777 zijn prijs in ont vangst te nemen; wel had hij een dankgedicht gestuurd. Sympathiek doet de zorg aan, die de bestuurders hun pupillen toonen; als Ds. Reguleth plotseling sterft en diens leerling „zonder eenig bestuur of handleiding in de fraaye Dichtkunst” ronddoolt, neemt een andere be stuurder aanstonds de taak over. Namen. Tot de ongeveer 40 aankweekelingen van K. S. G. V. hebben behoord (tot 1804 naar tijdsorde ge rangschikt): R. van Spaan, H. van der Burch, Broërius Broes, J. van Eyk, W. Kamp (deze beiden uit A’dam), P. Nieuwland, F. Dobbrauski (A’dam), J. van Bosveld (Utr.), Bellamy, P. Ph. J. Ondaatje (Utr.), C. van de Polder (protégé van Bellamy), A. Pierson, A. C. Schenk (Delft), W. W. Noot en Johanna Schrijver. In 1805 werd aan deze aankweekelinge „wegens be toonde vlijt” een boekgeschenk toegekend, nl. „Het Nut der Tegenspoeden” en de „Brieven en Gedichten” van Lucr. W. van Merken. Bovendien dachten de bestuur ders haar nog een onderscheiding toe. „Nog is besloten om Johanna Schrijver, indien zij zulks verkiest en daar toe genoegzaame vrijmoedigheid bezit, toe te staan haar boekgeschenk in persoon op de Algemeene Vergadering uit handen van de Voorzitter te komen ontvangen, in welk geval zij, wanneer gemelde Voorzitter gevorderd is met zijne aanspraak tot die hoogte, die eigendlijk haar betreft, op eene wenk desweegens te geeven door een Bestuurder met de Secretaris de vergaderzaal zal wor- „KUNSTLIEFDE SPAART GEEN VLIJT” 1772-1818 105

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 133