DE ZEGELS VAN 'S-GRAVENHAGE
5
scabinoru de Haga i
is dus wederom een
dwijnende hebben
Wij moeten dan tot 15 Mei 1536 wachten eer weer
een nieuw zegel verschijnt. Op dit stuk 2) is het opge
drukt, verder komt het uitsluitend als uithangend en in
1) Alg. Rijksarch. St. Maria in Galilea. Inv. 24, Reg. 169.
2) Alg. Rijksarch. Memorie en Stichtingen van de St. Jacobskerk.
Inv. 62, Reg. 62.
zal moeten zijn. Het merkwaardige feit doet zich n.l.
voor, dat bij alle behoorlijk bewaarde exemplaren, die
bekend zijn het zijn er meer dan 10 de cijfers 150
zeer goed te onderscheiden zijn, terwijl daarachter tel
kens een kleine, geheel vlakke ruimte te zien is. Men
krijgt den indruk dat, hoe vreemd het schijnen moge,
ook op het stempel het vierde cijfer niet aanwezig ge
weest is. Daar dit stempel niet bewaard is, zal dit wel
steeds onopgelost blijven. Van dit zegel zijn exemplaren
bekend van alle jaren na 1501 tot het na 16 Januari 1509
verdwijnt.
Dit kan samenhangen met de zich in die jaren baan
brekende gewoonte, dat twee der schepenen de stukken
van hun eigen, persoonlijk zegel voorzagen, wat zou
verklaren dat zegel 2 na 1508 nog slechts eens, zegel 4
na 1509 in het geheel niet meer wordt aangetroffen.
Echter beschikte den Haag over nog een ander offi
cieel zegelstempel, want aan een door schout en sche
penen af gegeven stuk van 26 April 1525 T) is een tot
nu toe onopgemerkt gebleven Haagsch zegel aangetrof
fen, waar dus slechts één exemplaar van bekend is.
Ook dit zegel (afb. 5) vertoont een poortgebouw zonder
flankeerende boomen en het randschrift is ook hier weer
op een lintornament geplaatst. Het luidt: Spatvum
i en is afgedrukt in groene was. Het
kleinzegel en zal het in 1500 ver-
vervangen.