Koning Willem I Opperbeschermheer. Het geheele bestuur was op audiëntie geweest. Kort daarna werd de koning uitgeroepen tot Opperbeschermheer en eerbiedig uitgenoodigd ter algemeene vergadering. Z.M. beloofde te komen, maar drukke ambtsbezigheden hebben de uitvoering van dat plan verhinderd. Evenmin schijnt de koning in latere jaren persoonlijk contact met K. S. G. V. gehad te hebben 2). In 1811 is Mr. C. F. van Maanen, President van het Hooge Keizerlijke Gerechtshof tot beschermheer gekozen. 2) Toen de voorzitter tijdens de algem. vergadering van 1816 het beschermheerschap van den koning vermeldde, onderbrak het orkest zijn rede met het spelen van „het bekende volkslied Wilhelmus”. Inwendig verval 1815. Ondanks deze uiterlijk gun stige omstandigheden waren de dagen van het oude K. S. G. V. geteld. In 1815 stierf met Mr. Th. van Lim burg de incarnatie van den genootschapsgeest der 18e eeuw; met hem en Mr. Slicher, die eenige maanden later overleed, verloor K. S. G. V. de oude garde. Mr. van „KUNSTLIEFDE SPAART GEEN VLIJT” 1772—1818 165 toe niet krijgen; bovendien verbood de Parijsche censor in 1811 de uitgave van den dichtbundel De algemeene voldoening over het herstel van het Oranjehuis uitte zich natuurlijk ook in K. S. G. V. De December-vergadering van 1813 was enthousiast nationalistisch. Ds. R. P. van de Kasteele opende de vergadering met een toespraak ,,op de gelukkige omme keer van zaaken toepasselijk”; daarna lieten de dichters geen onzeker geluid hooren in tijdzangen als „De val van een wispelturige Gek” en „Oranje Hersteld”. In 1814 viel aan K. S. G.V. de hoogst mogelijke eer te beurt: Koning Willem I liet zich het beschermheer schap welgevallen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 196