HET HAAGSCHE DICHTGENOOTSCHAP 168 „Hier met ons, hand „De groote Vondel doet „Terwijl de stijl van overgebleven, aanzienlijkste 18e-eeuwsche dichtgenoot schap. En bijna symbolisch was de handeling van den secretaris J. M. Sobels, wiens notulen een aanzienlijk deel van de bouwstoffen voor mijn verhaal geleverd hebben: in Febr. 1819 vroeg hij ontslag na 31 dienst jaren. Hij ontving als blijk van waardeering een zil veren medaille, de laatste, welke het genootschap heeft toegekend, voorzien van het oude vignet. een Milton hier vergeeten, Hooft de kracht van ’t Neer- duitsch maalt, „Cats eeuwig groot, hoeveel waanwijsheid meent te weeten aan hand, door Zorgvliets dreeven dwaalt, „Waar Poot en Smits voor ons in rollende gezangen, „De Dekker en Antonides vervangen, „En Spiegel met Oudaen, thans de ooren min gewoon. Blijvende verdiensten van genootschappen als K. S. G. V. De blijvende verdiensten van dichtgenootschap pen als K. S. G. V. zijn van anderen aard dan degene, waarmee de leden zichzelf en elkaar vleiden. De ge nootschappen hebben in stilte maar welbewust de alge- meene literaire ontwikkeling in breeden kring bevorderd door het besef levendig te houden, dat een roemrucht literair verleden slechts tot eigen schade door de Neder landers verwaarloosd wordt. Bij de inwijding van een nieuwe Kunstkamer in 1797 heeft Mr. van Limburg, vooruitgrijpend op den gedach tengang, waarin later Potgieter het heil voor de Neder- landsche letterkunde zag, den raad gegeven: let op de groote voorgangers, wier portretten op u neerzien:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 199