Deze beschouwing werd in de meeste genootschappen
gehuldigd; evenzoo paste K. S. G. V. met zijn belang
stelling voor de buitenlandsche letterkunde in de stroo-
ming, die ook van deze zijde een vernieuwing verwachtte
van de Nederlandsche literatuur.
Voor de doorwerking van beide factoren was kunst
liefde noodig, die geen vlijt spaarde, en deze intense
toewijding aan de letterkunde heeft het Haagsche dicht
genootschap voldoende getoond om met eere genoemd
te kunnen worden onder de vereenigingen, die het ideaal
van groote woordkunst hebben levendig gehouden en
doorgegeven van de 18e naar de 19e eeuw.
„Hun schatten voor ons openspreien;
„De Branden, Vollenhove, elk even rijk en schoon
„Van taal, ons door hun Letterbeemden leien!
„Waar Rotgans, Zeeuws, Bruin, Willinks, Westerbaan
„Met Huigens door verscheidenheid van toonen
„De opmerkende aandacht tot zich troonen,
„Van Merken met de Bosch ons wijst de glorie-
baan!”
„KUNSTLIEFDE SPAART GEEN VLIJT" 1772-1818 169