JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING
212
lezing, welke door lichtbeelden werd verduidelijkt, trok
zeer de aandacht, omdat de spreker een afwijkende
meening dan de gangbare omtrent de verschillende
nederzettingen in de buurt van ’s-Gravenhage bleek te
hebben.
Op 6 Mei maakte een 60-tal leden gebruik van de
uitnoodiging van het Genootschap „Amstelodamum” om
dien dag een bezoek aan de hoofdstad te brengen. Aller
eerst werd het Koninklijk Paleis op den Dam bezichtigd,
vervolgens de Nieuwe Kerk, waar Mr. A. Ie Cosquino
de Bussy, secretaris van het Genootschap, het een en
ander over de geschiedenis der kerk mededeelde. Aan
het noenmaal in hotel Krasnapolsky ging een kort bezoek
aan de schuilkerk ,,Onse Lieve Heer op zolder” vooraf.
In den namiddag bezichtigde het gezelschap de syna
goge en het Rushofje. De dag werd besloten met een
thee in het Amstel hotel, alwaar de 2de secretaris het
bestuur van „Amstelodamum” den hartelijken dank be
tuigde voor de vriendelijke ontvangst en de hoop uit
sprak, dat „Amstelodamum” een volgend jaar een tegen
bezoek aan ’s-Gravenhage zou willen brengen.
Op 5 September bracht de vereeniging een bezoek
aan Delft. Onder leiding van Mr. J. K. van der Haagen
nam men achtereenvolgens het Prinsenhof en het koor
van de Nieuwe Kerk in oogenschouw om den dag te
besluiten met een bezoek aan het Klaeuwshofje aan de
Oranje-plantage, waar het gezelschap door den regent,
den Heer Th. A. Vos, werd rondgeleid.
Den 23sten November hield de heer N. J. Pabon,
conservator aan het Gemeente-archief, een causerie over
het Godsdienstig, zedelijk en maatschappelijk leven in
den Haag tot het einde der 16de eeuw. Voor degenen,
die verhinderd waren deze lezing bij te wonen, wordt
verwezen naar het Jaarboek 1936, waar de mededee-