DE ZEGELS VAN ’S-GRAVENHAGE 12 den Land- 1) Gem. Arch. F. 210, bl. 172. 2) Gem. Arch. T.R. 2708, bl. 67. brief van kende schepenakten echter komt een nieuw, geheel ge wijzigd en grooter zegel voor, waarvan het stempel, evenals van de drie verder nog te noemen zegels, in het Gemeente-archief berust. Het toont het wapen van Lodewijk Napoleon, gedekt door de Koningskroon en met als randschrift: Schepenen van de stad den Haag (afb. 14). Onder in de ordeketen, die het wapen om ringt, bevindt zich een schildje met den Haagschen ooie vaar. Dat heeft hier dus een eereplaats; anders bevindt zich in de keten de ooievaar doorgaans elders. Over dit zegel worden wij ingelicht door een brief van den Minister van Eeredienst en Binnenlandsche Zaken van 25 Juli 1809, die op 31 Juli bij het stads bestuur ter tafel kwam x). Daarbij werd een Koninklijk Besluit van 30 van Lentemaand 1809 no. 24 toegezon den, waarbij aan de Gemeentebesturen der Eerste Klasse, waaronder den Haag viel, met toezending van een model werd voorgeschreven zich voortaan van 's Konings wapen te bedienen. Volgens de rekening van 1810 2) is dan ook aan D. P. Wilno 112.— betaald „voor het snijden van 's Konings wapen in cachetten.” Blijkbaar dus eveneens in 1810 werd een dergelijk stempel vervaardigd, waarop als randschrift voorkomt: Burgemeesterschap van de stad den Haag. Er is geen enkele oude afdruk van bekend (afb. 15). Beide laatstgenoemde zegels doen sterk denken aan dat van het Gemeentebestuur der Hoofdstad, door Oldewelt als no. 15 af geheeld, dat echter van 1806 tot 1810 in gebruik moet geweest zijn, terwijl de onze uit sluitend in 1810 werden gebezigd. Op 5 Juni 1810 n.l. kwam een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 25