ADRIAEN DE VRIES, „HAGIENSIS BATAVUS"
19
1) Die Haghe 1901, biz. 265.
Apoteecq het vierde huis van de Plaats af, en van
diens vrouw Margriet Snouck, dochter van Adriaen
Willemsz. Snouck, advocaat voor het Hof van Holland.
Pieter de Vries was herhaaldelijk lid van de Haagsche
Schepenbank tusschen 1566 en 1575 en in 1577 lid van
de Vroedschap. Hij behoorde tot de partij van den op
stand en moest dan ook in 1574 tijdens de bezetting van
Den Haag door de Spanjaarden de wijk nemen naar
Delft. Met zijn vrouw en twee dochters woonde hij daar
bij zijn jongste dochter Aechgen, die er gehuwd was. Hij
keerde na een jaar terug; 3 maanden later, toen de vei
ligheid verzekerd was, volgden de vrouw en de doch
ters. x)
De zoons worden in het verhaal van dit gedwongen
verblijf buiten Den Haag niet vermeld. Wij moeten dus
aannemen, dat zij het vaderlijk huis reeds verlaten had
den. Ware Adriaen zooals men vroeger aannam
omstreeks 1560 geboren, dan zou dit vreemd zijn ge
weest. Reeds daarom rees bij mij het vermoeden, dat hij
ouder moest wezen. Wanneer zijn jongste zuster in 1574
reeds getrouwd was, redeneerde ik verder, moet haar
geboorte toch ongeveer in 1554 te stellen zijn. Vóór haar
waren dan nog Soetgen en Florentia geboren en vóór
deze Cornelis, Dirk, Adriaen en Willem die de oud
ste moet geweest zijn. Van Florentia weten wij, dat zij
in 1576 huwde met den zilversmid Simon Adriaensz.
Rottermont, die zelf in 1547 geboren was. Een en ander
maakt het, zoo niet noodzakelijk, dan toch waarschijn
lijk, dat Adriaen tusschen 1544 en 1550 geboren is.
Nu bevindt zich in het Penningkabinet in het K. H.
Museum te Weenen een eenzijdige plakette, welke hier
bij is afgebeeld en die volgens het randschrift een af-