HET PALEIS AAN DEN KNEUTERDIJK
29
A. R. A., Archief S.S., acte van 9 November 1500.
Ibidem, acte van 16 Juni 1508.
Ibidem, acte van 9 December 1500.
Ibidem, acte van 2 Juni 1501.
2)
3)
4)
ging om voor het Hof van Holland te procedeeren, aan
gezien zij van meening waren, dat het huis veel te laag
verkocht was 1
Over het proces, door de kleinkinderen tegen hun
grootvader aangespannen, hooren wij niet veel; de zaak
schijnt in der minne te zijn geschikt en acht jaren later,
als de laatste termijn van de kooppenningen verschenen
is, zien we de beide zoons Jan en Jorys met hun zuster
Katherijn, die intusschen gehuwd was met meester
Maarten Jacobs zoon alias Exalto, meer waarborgen
geven voor de vrijwaring van het in het jaar 1500 door
Grenier en Hanneman gekochte huis aan het Voor
hout 2).
Zien wij thans, hoe het den beiden koopers met hun
nieuw verworven huis verging. Karel Grenier en Pieter
Hanneman sluiten den 9den December 1500 3een
overeenkomst over de verdeeling van het huis, waarbij
bepaald wordt, dat Hanneman de Oostzijde ervan zou
krijgen. De metselaars waren van oordeel, dat deze
Oostzijde, wat het steen- en ijzerwerk aanging, in beteren
staat verkeerde dan de Westzijde, waarschijnlijk door
dat het niet voltooide huis van Jacob van Barry aan
dien kant meer van regen en wind te lijden had gehad.
Dat de Westzijde ter gelegenheid van den koop niet
voltooid was, blijkt ten overvloede uit een acte van
2 Juni 1501 4), waarin Pieter Hanneman erkent schuldig
te zijn aan zijn medekooper Karel Grenier een som van
300 ponden, omdat laatstgenoemde de „ongetimmerde”
zijde van het huis genomen had. Bij de zooeven ge
noemde overeenkomst werd voorts bepaald, dat het huis