HET PALEIS AAN DEN KNEUTERDIJK 42 van Alcmair, die in Bourgondië, den woonden Michiel Pieters zoon en heer Heynrich Pieters zoon. De toevoeging heer aan den naam is een aan wijzing, dat wij hier öf met een ridder öf met een gees telijke te doen hebben, het meest waarschijnlijk met een geestelijke. Wanneer wij nu in De Riemer lezen, dat heer Hendrik Pieters zoon een der negen kanun- nikken der Hofkapel op het Binnenhof was, die in 1443 de statuten van het Kapittel onderteekenden, zal het wel niet al te gewaagd zijn in den medebewoner van het huis op den hoek van de Heulstraat dezen kanunnik te zien1). Blijkens het oudste Hofboek van 's-Graven- hage behoorde het huis later, in 1467, aan heer Willem van Alkemade, ridder. Naar alle waarschijnlijkheid is deze Willem een zoon van heer Floris van Alkemade, ridder, stadhouder van den graaf van Holland in Fries land te Stavoren, die door de Friezen in 1421 werd vermoord, en van Elisabeth van Kronenburg. Heer Willem van Alkemade was raad in het Hof van Holland van 1441 tot 1472; volgens Gouthoeven stierf deze Haagsche rechtsgeleerde kinderloos op zeer hoogen ouderdom in het jaar 1473 2). Blijkens latere bijschrij vingen in de Hofboeken zou het huis in 1474, dus na den dood van heer Willem van Alkemade, behoord heb ben aan Jan Meynertz alias Hans3) en later aan meester Heinric van Alcmaer. Bekend is zekere meester Heinric 1475 als procureur van David van Mr. J. de Riemer, t.a.p. blz. 246. 2) W. van Gouthoeven, D’oude chronycke ende historiën van Holland enz., 1636, blz. 173. 3) Dr. P. A. Meilink, Archief der Staten van Holland enz., ver meldt in Reg. No. 158 Jan Meynertsz, die in 1495 procureur is.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 64