HET PALEIS AAN DEN KNEUTERDIJK
43
Utrechtschen bisschop, vermeld staat1Hij werd om
streeks 1477 raad van den bisschop en lid van de Schive,
een door den kerkvorst ingesteld hof van appèl. Echter
werd hij in genoemd jaar door den bisschop uit de stad
Utrecht verbannen, waar hij eerst in 1481 mocht terug-
keeren 2). Hoewel het bewijs ontbreekt, is het geenszins
onmogelijk, dat deze bisschoppelijke raad identiek is met
den meester Heinric, die na 1474 aan den Kneuterdijk
woonde, waar hij gedurende zijn verbanning gebleven is.
Vóór deze veronderstelling pleit, dat het tijdstip van het
wonen in den Haag ongeveer samenvalt met de afwezig
heid uit Utrecht.
Meester Heinric van Alcmair wordt wel beschouwd
als de schrijver van het in het Nedersaksisch geschreven
verhaal van „Reinaart de Vos”. Met meer zekerheid
kan van hem gezegd worden, dat hij belast was met de
van hertog
met René II
van
hem gezegd worden, dat hij belast
opvoeding der kinderen van Philippa, dochter
Adolf van Gelre, die in 1485 getrouwd was
van Lotharingen3).
Wat nu het huis betreft, we zien dan verder dat
blijkens aanteekening in het Hofboek van 1512 in dit
huis woonde meester Andries van Hargen. Deze wordt
in 1515 als onbezoldigd raad in het Hof van Holland
aangetroffen 4).
Leden van het geslacht Van Hargen komen ook wel
voor onder den naam Van Argen of Arragom. Zij waren
heer van Oosterwijk, een heerlijkheid in het land van
1) Mr. S. Muller Fzn., Regesten der bisschoppen van Utrecht,
Reg. Nos. 4229 en 4288.
2) Mr. K. Burman, Utrechtsche Jaarboeken enz., 1754, II, blz.
184 vlg.
3) Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, in voce
Heinric van Alcmair.
4) Dra. E. H. Korvezee, t.a.p.