HET PALEIS AAN DEN KNEUTERDIJK
45
kun-
belang ontbloot;
van het geslacht
van Wassenaer,
geboren, op de plek
Splinter zou
en in de eetzaal van
A. R. A., Archief S.S., acte van 16 November 1547.
2) A. Ter Meer Derval, Namen van eigenaars van huizen met de
huisnamen in het Spaansche tijdvak enz., in Jaarboek van „Die Haqhe”,
1934, blz. 119.
3) S. van Leeuwen, Batavia Illustrata, kol. 1040.
4) A. R. A., Archief S.S., acten van 17 en 19 Mei 1607.
Wassenaer geparenteerd
van zijn huis en 1
Randenrode genaamd van
Doch laat ons niet afdwalen
meer in den hof
nen kijken 1
In 1577 bezaten de erfgenamen van den heer van
Oosterwijk het huis2). Als zoodanig moeten worden
aangemerkt Ottelina van Hargen, Splinters dochter,
en haar man Huybert van Malsen, die van de aarts
hertogin Isabella Clara Eugenia de heerlijkheid Tilburg
had gekocht3). Deze heer van Tilburg verkocht in 1607
het zoogenaamde „Huis van den heer van Oosterwijk”
aan Margriete Hooftmans, weduwe van jonker Nicolaas
van der Aa, kapitein van de Garde, die voor Sluis ge
sneuveld was 4). Het huis bestond toen, blijkens de om
schrijving in den koopbrief, uit drie gedeelten en strekte
zich uit van het Voorhout tot dicht aan het Noordeinde.
De bewoners dezer drie gedeelten waren toen de koop
ster, de heer van Obdam en zekere Guillaume le Ducq.
Deze laatste mededeeling is niet van
er blijkt uit, dat reeds toen een lid
Van Wassenaer-Obdam, en wel Jacob
heer van Obdam, die in 1574 was
woonde, waar een zijner nakomelingen het trotsche
paleis zou bouwen, na eerst een aantal aangrenzende
huizen en perceelen land te hebben aangekocht. De
vermelding waard is voorts nog, dat deze Jacob van
l was aan de nieuwe eigenares
wel door zijn huwelijk met Anna van
der Aa.
van de verdere lotgeval-