I
I
I
HET PALEIS AAN DEN KNEUTERDIJK
52
t
Afbeelding 6.
2) Voor verschillende bijzonderheden over het paleis wordt ver
wezen naar: A. J. Riko, Het glanstijdperk van het Koninklijk Paleis
op den Kneuterdijk te 's-Gravenhage onder de regeering van Koning
Willem II en Koningin Anna Paulowna, in Bijdragen en Mededee-
lingen van „Die Haghe”, 1907; en J. Steur, De Paleizen van het
Prinselijk Paar, in Gedenknummer Orange-Nassau Lippe-Biesterfeld,
uitgave Actueel Wereldnieuws (1937).
bekend worden verondersteld, dat de prachtlievende
Koning Zijn bezitting heeft uitgebreid en een grootsch
complex heeft gesticht, dat zich van den Kneuterdijk-
Heulstraat tot en met het tegenwoordige Plein 1813
uitstrekte en dat begrensd was door de tegenwoordige
Parkstraat en de tuinen van de huizen aan het Noord-
einde. Het Paleis zelf werd aanmerkelijk uitgebreid; o.a.
verrezen de thans nog bestaande groote balzaal en de
Gothische zaal, terwijl de tuin aan de zijde van het
Noordeinde werd afgesloten door een Gothische galerij,
die bij de Heulstraat begon en die gebouwd was in den
trant van de thans nog bestaande huizen aan de Nas-
saulaan, welke eveneens tot het groote complex hoorden.
Achter het standbeeld in het Noordeinde, dat in 1845
werd onthuld tegelijk met de ingebruikneming der
galerij, stond een groote poort, die toegang gaf tot den
tuin, ongeveer ter plaatse, waar vroeger de gemeene
gang was geweest1). De Gothische zaal, tegenwoordig
het eenige overblijfsel van dezen aanbouw, werd even
eens door een galerij met het paleis verbonden. In de
Heulstraat bevonden zich de vertrekken van het perso
neel. De eerste steen van al deze nieuwe gebouwen
werd gelegd op den 4den September 1840, den geboorte
dag van Z.K.H. Willem, Frederik, George, Lodewijk
Prins van Oranje-Nassau, den oudsten zoon van wijlen
Z.M. Koning Willem III 2).