HET PALEIS AAN DEN KNEUTERDIJK
53
den
Koning Willem II bracht in de Gothische zaal een
wereldvermaarde verzameling schilderijen bijeen, die na
Zijn overlijden werd verkocht en over Europa werd ver
spreid. Met dit overlijden in 1849 kwam ook aan de
glorie van het paleis een einde, want Koningin Anna
Paulowna wenschte er niet langer te wonen en vestigde
zich in het paleis Buitenrust aan het begin van
Scheveningschen weg.
De Gothische galerij aan het Noordeinde, die vrij spoe
dig bouwvallig was geworden, werd in 1879 afgebroken;
eveneens werden toen de dienstgebouwen in de Heul-
straat bij den hoek van het Noordeinde gesloopt en op
de plaats verrees de Wilhelminagalerij, genoemd naar
de in 1880 geboren Prinses Wilhelmina. Deze galerij
behoort thans alweer tot het verleden en heeft plaats
gemaakt voor het gebouw van de Nederlandsche Bank.
Toen de Kroonprins, de oudste zoon van Z.M. Koning
Willem III, in 1857 meerderjarig was geworden, betrok
Hij een gedeelte van het paleis en in die jaren zijn er
nog wel eens groote feesten gehouden. Doch na Zijn
overlijden in 1879 stond het paleis weder verlaten en
tenslotte verkocht Z.M. Koning Willem III in 1882 het
met de gebouwen in het Noordeinde en de tuinen voor
500.000 guldens aan de Gemeente ’s-Gravenhage. Van
dezen verkoop was de Gothische zaal uitgezonderd; de
Gothische poort achter het standbeeld, die nog was
blijven staan, werd in 1883 gesloopt.
Kort na den verkoop, en wel in hetzelfde jaar 1882
nog, kocht Kroonprins Alexander uit eigen vermogen
het paleis zonder de tuinen en bijgebouwen terug voor
de som van 227.000 guldens. Na Zijn overlijden in 1884
ging het huis bij vererving over aan den Koning, die
het nu als privé-bezitting terugkreeg en van wien het
vererfde op H.M. de Koningin.