SCHUTTERIJ EN MAGISTRAAT IN 1672
DOOR
Dr. H. E. VAN GELDER.
beperkte
Nassouwen”
was welspre-
Het is zeker overbodig hier de geschiedenis van den
gruwelijken 20sten Augustus 1672 nog eens te herhalen.
Men kan haar trouwens uitvoerig behandeld vinden op
bladz. 161'167 van mijn boek over ,,’s-Gravenhage in
zeven Eeuwen”. Wat ik eruit evenwel naarvoren bren
gen wil, is de tegenstelling, welke daar tot botsing
kwam: de Haagsche prinsgezinde middenstand en de
staatsgezinde regentenpartij als welker vertegenwoordi
ger men de Witt zag.
De Schutterij, niet onduidelijk zich de vertegenwoor
diging gevoelende van dien middenstand, had bij de
droevige ontknooping van het drama der de Witten de
leiding. Zij had gedurende al de jaren van het Stadhou
derloos bewind van haar sympathieën geen geheim ge
maakt. De groote Mei-optocht en het planten der Mei-
boomen tijdens de Haagsche Kermis had telkens in de
jaren vóór 1672 het karakter aangenomen van een prins
gezinde demonstratie. Soms was het wat erger en wer
den Staten-vlaggen stukgeschoten, soms beperkte men
zich tot liederen; „Ons Prins, vorst van
werd erin bezongen en deze aanduiding
kend genoeg.
Dat het plan de de Witten te dooden, onder de oogen