SCHUTTERIJ EN MAGISTRAAT IN 1672
59
1
van staats- en stadsregeering ten uitvoer gebracht werd,
ondanks dat het door deze stellig werd afgekeurd en
ondanks de pogingen het door overreding te keeren, had
den overmoed der schutters, en vooral van mannen als
Verhoeff, Mars en d’Assigny, gestijfd.
In een volgend hoofdstuk van mijn boek (blz. 172,
173) heb ik het vervolg van dit optreden ter sprake ge
bracht. Het sedert toevallig voor den dag komen van een
oogenschijnlijk onbelangrijk document, dat de door mij
gegeven opvatting der gebeurtenissen bevestigt, geeft
mij aanleiding deze minder bekende episode hier wat uit
voeriger en met mededeeling der desbetreffende stukken
te behandelen.
Dat zij, die bij, wat wij nu zonder aarzelen een moord
achten, de hoofdrollen vervulden, vrij bleven rondloo-
pen, ja dat hun daad door velen uit hoogeren stand werd
goedgekeurd, zelfs door een predikant als ds. Simonides
op den preekstoel een „straffe Gods” werd genoemd,
versterkte het gevoel van macht bij wat men een volks
beweging zou kunnen noemen. Het gerucht ervan vond
ook elders weerklank en in verschillende steden was
„onrust”. Men vindt melding gemaakt in de notulen van
de Staten van Holland1) van: „Onrust onder de ge-
meijnte en vervallen auctoriteijt van de regenten”. Ge
committeerde Raden kenden maar twee middelen om
hier tegenin te gaan: ,,d' eerste door de justitie off mili
tie, en d’andere van inductie”, omdat de „dissentiën en
diffidentien soo diep ingewortelt sijn, dat men deselve
niet wel uyt de gemoederen sal konnen weghnemen”.
Maar men bedacht, „dat de justitie geen gesagh heeft
over een oproerige, gewapende gemeijnte; dat de tegen
woordige militie niet bestant is om de gemeijnte te dwin-
26 Augustus 1672, Ed. Japikse, 1903, blz. 295 en vlg.