SCHUTTERIJ EN MAGISTRAAT IN 1672
62
de vleeshall,
haer souden
twee rouwwapenen in ’thuys van de coster van de Nieuwe
Kerk waren, om in deselve opgehangen te werden tot
gedachtenis van de voors. twee gedoode, hebben de
selve daeruyt gehaelt en aen stucken geslagen en sprae-
cken van de lichamen weder uyt te haelen en aen de
galghe te hangen”. 1)
In den Schuttersdoelen had men het wapen van den
ouden Baljuw de Veer ,,’tgeen in de glasen stont, uytge-
slagen; seggende, dat alle die aen de twee gedoode ver-
raeders maegschap sijn, eeuwelijck moet verbannen blij
ven”. Men kan de opwinding hieruit opmaken, en be
grijpt hoe de Burgemeesters te moede waren, die den
volgenden dag, Vrijdag 2 September een deputatie
der Schutters ontvangen moesten. Wat er gebeurde
weten wij uit hun eigen relaas, dat zij den volgenden dag
deden aan de heeren van de Wet (Schepenen, Vroed
schappen en Burgemeesteren tezamen) welke ijlings
waren bijeen geroepen. In de notulen 2) lezen wij:
„Dat op gisteren ten camere van Burgemeester was
verschenen een goet aentall schutters van den Haeghe,
dewelcke voorgaeven te hebben verscheijde privilegiën
en gerechtegheden, als het innecomen van
vischmarckt, versoekende, dat deselve aen
werden gelaeten, dat mede haer mogten werden opge
geven de naemen van den regerenden Burgemeester,
Schepenen en Vroetschappen; en sijn schutters geautho-
riseert omme nevens de hier jegenwoordige in dienst
sijnde nogh sooveele te nomineren en aen Sijn Hoogheyt
te presenteren, omme daeruyt te werden geeligeert soo-
daenige personen als het Sijne Hoogheyt soude welge-
x) Briefwisseling als voren, blz. 410.
2) Oud-Archief Den Haag, nr. 29, 3 September 1672. De notulen
van Burgemeesteren (O.A. 83) bevatten vrijwel woordelijk hetzelfde
verhaal.