SCHUTTERIJ EN MAGISTRAAT IN 1672 65 hen .onder hun Vendelen vergaderd op hetzelfde van den Doelen De Prins, afwisselend in Den Haag en in het leger bij Zwammerdam, heeft reeds spoedig, misschien zelfs nog op 3 September 1de deputatie van Burgemeesteren en van de Schutters ontvangen en tot de nieuwe verkiezing 4 September een beslissing genomen met deze inleidende woorden: ,,Uit de personen ons schriftelijk voorgeslagen bij en van wegen de Burgemeesteren en Gemeente van sGravenhage’2) Het resultaat der electie was, dat in veel sterker mate dan dat in de stemhebbende steden van Holland het ge val geweest is, waar soms slechts één of twee heeren werden afgezet, in Den Haag nieuwe personen in de regeering kwamen. Slechts J. Rosa, W. Rottermont en Pieter Pots, en de Scheveninger Dirck de Crae bleven. Deze vernieuwing werd nog sprekender, doordat ge broken werd met de oude gewoonte, dat de Vroedschap hoofdzakelijk gevormd werd uit oud-burgemeesters en oud-schepenen, die dan later weer in deze functies terugkwamen. Na 1672 heeft de Haagsche Vroedschap een permanent karakter. Intusschen blijkt uit de notulen van 9 September, dat de oude Regeering in functie gebleven was 3tot de nieuwe electie was afgekomen en deze door Van Banchem als nieuw benoemde Baljuw was medegedeeld. Na het vertrek der afgaanden en de daarop gevolgde beëediging der nieuwbenoemden deelde deze Baljuw 1) Op 4 September was de keuze reeds bekend (zie Kon. Bibl. Knuttel Pamfl. no. 10542). 2) Zie de Riemer II blz. 160; cursiveering van mij. 3) In Delft schijnt dat niet zoo te zijn geweest; v. d. Goes althans schrijft, dat de Schutters de heeren hadden afgezet en dat de stad nu was „sine rege, sine lege et, forte, sine Deo”, t.a.p. blz. 412.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1937 | | pagina 90