AANTEEKENINGEN BETREFFENDE DEN HAAG
96
IV.
Die
DE ST. ANTHONISBRUGGE ALS GRENSPUNT
VAN HET DORP DIE HAGHE
1) Pabon, Jaarb. Die Haghe, 1924, blz. 233.
2) Archief Hof van Holland, no. 5646. R. A. 's-Gravenhage.
In zijn bijdrage over den loop der grenzen van
Haghe in 1370 schrijft Pabon o.a. het volgende: i)
„5°. dat twee punten in de begrenzing van het dorp
vaststaan, nl. de St. Anthonisbrug, gelegen in de Wagen
straat bij den lateren St. Anthonisburgwal en de Vleer-
steech of Vleerstraat. Immers, herhaaldelijk komt het in
de Crim. Sententiën van het Hof van Holland voor, dat
gebannenen worden uitgeleid uit het dorp van der Haghe
en dan worden ze altijd gebracht óf tot de St. Anthonis
brug öf tot de Vleerstraat en het Westeinde, zoodat we
in deze beide plaatsen grenspunten hebben van het dorp.”
Als voorbeelden geeft hij op Reg. Crim. Sent. A. f. 25
en f. 75.
De aangehaalde plaats op fol. 25 heb ik kunnen vin
den 2)die op fol. 75 niet, tenminste geen sententie, die
hier dienst zou kunnen doen.
Het geval van fol. 25 luidt als volgt:
Arent Simonsz wordt gestraft, enz. ,,en sal dan vande
voorsz. kaicke genomen en gel(iedt) worden tot Sinter
Anthonie brugge toe int Zuyteynde van den Hage en
daer ruymen Hage en Hageambacht binnen s daechs
sonnenschijn en Hollant Zeelant en Vrieslant binnen drie
daghe daer naest volgende en nymmermeer daer werden
in te comen up die verbuernisse van sijnen lijve en goe
den”, enz. anno 1468.