VOOR DE HERVORMING
101
Dat Wisse Jacobsz, de klerk van het boek van 1512, zijn voor
naam niet steeds eere aandeed, leert het volgende voorbeeld. In de
lijst van errata bij Pabon staat voor het bedoelde boek tot vijfmaal
toe: III s in hoenre (honere) lees III s III hoenre. Nu gaat het hier
eigenlijk niet om een drukfout, maar om een door den klerk begane
fout in het handschrift, want daarin staat ongetwijfeld zeer duidelijk
„in”, niet III. De uitdrukking III s in hoenre is op zichzelf niet on
gerijmd, als men ze opvat als de waarde van drie stuivers, die in
natura, in casu in of aan hoenders betaald wordt. Maar de zinnen,
waarin de woorden voorkomen, dulden geen andere lezing dan III s
III hoenders. Hoe dit „in" in plaats van III uit de pen van Wisse
Jacobsz is kunnen vloeien, is niet duidelijk. Maar het maant tot
voorzichtigheid en leidt er toe om de wisheid van uitspraken der
klerken niet te hoog aan te slaan en althans de mogelijkheid van het
begaan van begrijpelijker vergissingen niet uit te sluiten. Hier valt
nog aan toe te voegen dat dezelfde vergissing ook begaan is op
f. 32 v., blz. 300 onder Tennenhout.
2) Wat zegt men van den volgenden zin in het hofboek van 1466
king hebben en het bovendien opvalt, dat juist het 100
jaar jongere hofboek het woord straat mist; 2°. omdat
het niet noodig is aan te nemen, dat de klerk, toen hij den
bijzin er aan toevoegde, den anderen tekst onder de
oogen had, maar op zijn geheugen afging.
Aanvaardbaar of niet, het blijft in elk geval opmerke
lijk, dat het toeval gewild heeft te veroorloven een niet
geheel ongerijmde verklaring uit de hofboeken zelf op te
diepen x)
Men kan de zaak echter nog van een anderen kant
bekijken. Het moet opvallen, dat de uitdrukking ,,de
Lorresteeg, die geheeten is de Veenwech” niet heel be
vredigend klinkt en dat het logischer zou zijn de woorden
„die geheeten is” toe te passen op de onbenoemde laan
dan op de Lorresteeg. De bijzin zou dan niet op zijn juiste
plaats terecht gekomen zijn, terwijl de goede lezing zou
luiden: aan de oostzijde van de laan (die geheeten is de
veenwech strekkende tot het hofland toe) tot de Lorre
steeg toe 2)In plaats van dan den klerk hard te behoeven