„DIE HAGHE" OMSTREEKS 1570
105
karakter van dorpskerk, zij het dan ook van de aller
grootste soort, behouden. Herhaaldelijk is zij verbouwd
en verknoeid, totdat in 1911 een gunstiger lot zich over
het gebouw ontfermde en er een groote restauratie plaats
had. De toren, van een tamelijke hoogte, had in den
ouden tijd een Renaissance-spits, die na den grooten
brand van 15.39 was aangebracht en die in hoofdzaak den
vorm had, zooals ouden van dagen hem nog hebben ge
kend. In 1860—61 werd zij vervangen door de tegen
woordige ijzeren slaapmuts, een smakeloos product van
dien tijd x).
Om de kerk bevond zich het kerkhof met een lagen
muur omgeven, waarin enkele openingen of ingangen
waren. In deze openingen lagen ijzeren roosters om te
beletten, dat losloopende honden, varkens, kippen enz.
op het kerkhof zouden komen en de graven openwroeten.
Men moet zich geen illusies vormen over de toenmalige
piëteit ten opzichte van de graven. Slechts op enkele
stonden kleine kruisen en zij werden gewoonlijk slecht
onderhouden. De meer gegoede burgers hadden een
grafplaats in de kerk, terwijl enkele patricische families
zelfs eigen grafkapellen bezaten, die tegen de kerk waren
aangebouwd.
Het kerkhof werd door de omwonenden niet zelden
verontreinigd, door het storten van afval of vuilnis, om
van andere dingen zooals straatschenderij niet te spreken.
Het kerkhof zal van ouds zeer zeker met boomen zijn
beplant geweest, hoewel deze op het schilderij van 1570
niet voorkomen. De kaart van Guicciardini van om
streeks 1578 en de betrouwbare kaart van 1616 geven
volwassen boomen aan, die zeker niet in de troebele tijden
x) Goede en uitvoerige beschrijvingen van kerk en toren vindt
men in de jaarboekjes van 1900 en 1923, beide door C. H. Peters.