GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN
120
Brabant in den lande
Holland, Zeeland
Arnoldina van Beaumont, wed. van Roelant
landt en
Schouw.
Johan Diederick van Slingelandt, Rijksbaron van
Slingelandt, geboren te ’s-Gravenhage 7 Januari 1703,
Heer van Crabbenhof, Raadsheer in den Souvereinen
Raad van Brabant in den lande van Overmaze, later van
het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland, ge
huwd te Gouda 26 Mei 1708 met Petronella van der
Burch, was mede een kleinzoon van voorn. Govert van
Slingelandt, Pensionaris van Dordrecht en Arnoldina van
Beaumont
Mr. Hendrik des H. Rijksbaron van Slingelandt, ge
boren te Dordrecht 17 September 1702, Welgeboren
man van Zuid Hollandt, Schepen en Burgemeester van
's-Gravenhage, gehuwd te Delft 25 Juli 1730 met Maria
Catharina van der Burch, was ook een kleinzoon van
voorn. Govert van Slingelandt, Pensionaris van Dor
drecht, en van Christina van Beveren 2).
Aan te nemen valt, dat het rijke bezit aan schilde
rijen van den gemeenschappelijken grootvader stamde.
In 1825 verkoopt F. van der Goes het overige deel van
zijn huis, en volgens het Bevolkingsregister van 1830
wordt het dan bewoond door Frans Beelaerts van Blok
land, oud 54 jaar, geb. te Dordrecht, Raadsheer, gehuwd
met Agatha Maria van Vredenburch, oud 51 jaar, geb.
te Delft. Zij hadden geen kinderen, hielden 3 dienstboden
en een man en vrouw als huisbewaarders.
In 1845 wordt als bewoner opgegeven Johan Willem
van Vredenburch, geb. te Delft 6 Augustus 1782 en ge
huwd met Maria Adriana van der Pot, geb. te Rotterdam
23 Juni 1795. Zij hadden 6 kinderen en 5 dienstboden.
In het Bevolkingsregister 1849/’59 wordt als bewoon-
B De Wapen Heraut 1900, p. 192.
2) Algem. Nederl. Familieblad 1883 No. 17.