LANGE VIJVERBERG 11 EN 12
123
B Maandbl. De Nederlandsche Leeuw 1888, p. 32.
Swieten,
van Kin
de zoon van George Rataller
Balthasar en zijn weduwe, O. de wed. van Engelbrecht
Jorisz”, met condities dat ,,de twee veynsterkens van een
kelder neffens der aerde in 't voorn, huis respondeerende
achter op den hoff van 't principael huys en erff achter
gelaten door voorn. Balthasar en zijn weduwe, niet be
lemmerd ofte belet mogen worden”.
10 December 1597 verkoopt Balthasar Messing met
consent van de Weesmeesters ende authorisatie van de
Magistraet aan Evert Cornells Stockert „een huys en erff
met een uytganck in de Hooge Nieuwstraet. Belent W.
het huys van Mr. Jasper van Kinschot, Thesaurier van
Zijn Excellie, N. voorn. Kinschot en het einde van den
uytganck en poort, O. Jkvr. Elisabeth van Egmont”. Voor
een schuldbrief van 3100.
30 Mei 1598 verkoopt Evert Stockert, Grofsmit, aan
Geertruyt van Swieten, wed. van Mr. Philips Rataller en
Jkvr. Elisabeth van Egmont, wed. van Jhr. Frederik van
Zevender „een huys en erff, met een gang en poort achter
op de Hooge Nieuwstraat uitkomende, 't Is belast met
400 Kapt, die Balthasar Messinck daerop gehouden
heeft”.
22 September 1598 verkoopt Geertruit van
wed. van Mr. Philips Rataller, aan Mr. Jasper
schot „haer deel in een huys en erff, met gang en poort.
Belent O. Jkvr. van Zevender (Huis no. 13), W. voorn.
Van Kinschot”. Voor 866.
In deze acte worden de condities uiteengezet, die ge
maakt zijn met Jouff. Elizabet van Egmont, wed. van
Zevender, die het 13e huis bewoont. Aan haar blijft o.a.
de Oostkeucken van het verkochte huis ten Westen van
haar huis enz.
Philips Rataller1) was