LANGE VIJVERBERG 11 EN 12
143
van de
een
en een mistput te mogen maken tegen 6 schell. per jaar.
Jhr. Diederick Pauw1), Ridder van St. Michiel van
Frankrijk, Heer van Rijnenburg, ter Horst, Teijlinger-
bosch en Carnisse, Kerkmeester der Kloosterkerk te
's-Gravenhage, Hoogheemraad van Delfland enz., was
de zoon van Reinier Pauw, Ridder en Christina van Ruy-
tenburch (zijn 2e vrouw), Vrouwe van Ter Horst, wed.
van Jan Michielsz. van Vaerlaer, zuster van den reeds
eerder genoemden Willem van Ruytenburch. Hij was
7 Januari 1620 te Amsterdam geboren en gehuwd met
Aleyda van Vaerlaer, zijn stiefzuster.
23 Augustus 1649 legde hij den eersten steen
Nieuwe Kerk te ’s-Gravenhage en richtte aldaar
graftombe op voor zich en zijn nakomelingen. Hij her
trouwde 28 Januari 1652 met de Wed. Elisabeth Musch,
dochter van Jacob Cats.
Over dit tweede huwelijk schrijft Van Sypesteyn op
p. 148 het volgende: „Door het tweede huwelijk van
Reinier Pauw met Christina van Ruytenburch, wed. van
Jan Verlaer, een oom van Elizabeth van Valkenburg, de
vrouw van Cats, was er een familie-relatie ontstaan
tusschen de zoozeer in aanzien staande Pauw en Jacob
Cats, die tot groote intimiteit der familiën leidde. Tus
schen de jongelieden was de zaak, volgens tijdgenooten,
geklonken, maar er kwam een gevaarlijke pretendent
opdagen in den persoon van Mr. Cornelis Musch, Ridder,
Heer van Waelsdorp, Nieuwveen en Carnisse, sedert
29 April 1628 Griffier van de Staten-Generaal, een flink,
zeer invloedrijk en gevierd man van 38 jaar, die bij groo-
ten roem van bekwaamheid een groot fortuin aanbracht.
Hij vroeg Elizabeth ten huwelijk, hij werd aangenomen
J) Het Geslacht Paauw door Mr. H. J. Koenen. Zie voor hem
ook: Het Haagsche leven in de tweede helft der Zeventiende eeuw,
door Mr. G. H. Betz, p. 64.