HAAGSCHE KUNSTENAARS 7 1Tot nu toe is het hiervóór bedoelde portret van Maria de Medici niet terug gevonden. van deze kleine portretten voorheen meestal gemaks halve aan Clouet toegeschreven als werk van Cor neille de Lyon vermeld. Ik beeld er hier een af, dat op de in ’37 gehouden tentoonstelling van de „Chefs d’oeuvre de l’art francais” de aandacht trok i). (Afb. 1 De kunstenaar bepaalde zich niet tot de olieverf; alge meen schrijft men hem nog een reeks van een 86-tal gravures toe waaronder een serie van portretten van alle Fransche koningen en overigens meestal mytholo gische voorstellingen, welke gemerkt zijn met een monogram van twee dooreengeschreven letters C, verge zeld van de aanteekening „Lugd. B.A.”. Dit laatste heeft men vroeger „Lugd. Batavorum” gelezen en daarbij dan voor den graveur aan Cornelis Cort gedacht. Sedert Robert Dumesnil en Renouvier en daarna Nagier den Lyonschen uitgever Balthasar Annoullet in het adres herkend hebben, is de toeschrijving van het monogram aan Corneille de Lyon niet meer betwist. Dat men hem in de 18de eeuw den naam gaf van „Claude” Corneille, hetgeen op een oude overlevering scheen te berusten, leek met dat monogram in overeenstemming, maar het feit, dat hij in geen enkel officieel stuk vermeld wordt, maakt deze voornaam toch wel betwijfelbaar; Natalis Rondot (a.w. blz. 101 noot 3) veronderstelde, dat de meester Cornelis Córneliszoon zou heeten. Ik waag een andere veronderstelling omtrent de af komst van dezen Hagenaar, dien ik tenslotte toch heb willen „thuisbrengen” in de stad van zijn geboorte. Nu door de zorgen der Vereeniging die Haghe de Haagsche belastingcohieren van de vijftiende en zestiende eeuw zijn uitgegeven, is het mogelijk na te gaan, welke relaties

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1938 | | pagina 16