GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN
148
Ter
Thomas
1) ,,De Vroedschap
p. 848 en 852.
van Amsterdam” van Jhr. J. E. Elias, deel II,
en 2e te Delft 1 Juli 1692 1) met Maria Heynsius, geboren
8 Augustus 1649, gestorven 2 Februari 1718. Hij sterft
te ’s-Gravenhage 11 October 1710. Uit het eerste huwe
lijk had hij 4 kinderen; het tweede bleef kinderloos.
Uit zijn nalatenschap krijgt zijn zoon Willem Sluysken
de Hofstede ter Horst, die hij 6 Mei 1700 gekocht had
van Johan Pauw. Hij werd daardoor Heer van Ter Horst.
Deze Willem, geboren te Amsterdam op 20 October 1673,
was Raadsheer in den Hoogen Raad in Holland, Zeeland
en West-Vriesland in 1701, Raad en Rekenmeester der
Domeinen van Holland in 1715. Hij trouwt 10 Juni 1704
met Maria Adriana van der Heim, geboren te Delft
18 Nov. 1686, dochter van Mr. Anthonie van der Heim en
Catharina Heinsius, wed. van Dirck van Bleiswijk. Hij
sterft 3 April 1725 en laat 3 minderjarige kinderen na,
Susanna Catharina, Anna en Frederik Sluysken.
Laatstgenoemde Frederick wordt eigenaar van
Horst als leenopvolger van zijn vader.
Dit is de 6e persoon, die als Heer van Ter Horst in
betrekking staat tot dit huis, n.l. drie Heeren Pauw en
drie Heeren Sluysken.
Volgens Rekening van Thomas van Dalen, Vendu
meester van ’s-Gravenhage (p. 14, 15) is op 16 October
1725 in het sterfhuys van wijlen den Rekenmeester Sluys
ken aan meubilaire goederen verkocht voor de somme
van 14.800 en aan goud en zilver voor de somme van
2407. Waarschijnlijk is toen ook dit huis verkocht. De
kooper is onbekend, maar 11 Augustus 1732 verkoopt
de weduwe van Jan Knoop, procuratie hebbende van
Jacob Vleugels, Burgemeester van de stad Tholen, aan
Manuel Lopez Suasso „een huys, erff en stal. Belent O.