QUIRINUS GIDEON VAN BLANKENBURG
160
Blijkbaar heeft zijn vader het noodig gevonden hem
ook een universitaire opleiding te geven, want Quirinus
heeft zoowel aan een buitenlandsche universiteit -vier
semesters (8) als aan de Leidsche Hoogeschool ge
studeerd, waarheen hij in 1680 is gegaan.
Heel vroeg al moet hij een zekere faam als musicus
hebben gehad. Hoe zou van officieele zijde anders be
halve aan zijn vader ook aan hem in 1676 toen hij dus
pas 22 jaar oud was advies gevraagd zijn in zake het
nieuwe klokkenspel, dat de Goudsche Overheid voor den
St. Janstoren wilde laten maken door Pierre Hemony?
Dat zijn advies van een zeer persoonlijken blik getuigt,
en dat met zijn oordeel rekening is gehouden, blijkt uit
Quirinus’ eigen woorden:
„’Was in 't Jaar 1676, dat d’Ed. Groot achtbare Heeren
der Stad Gouda mij d'Eer deden van mij tot de verkiezing
van niewe klokken bij den vermaarden klokkegieter Mr.
P. Hemony t’ Amsterdam te gebruiken: ik ordonneerde
Cis en Dis in den Bas, hoewel die nergens in Holland zijn.
Haar Ed. Groot Achtbare namenze aan: Maar als den
Organist en Klokkenist van Delft D. Schol tot opnemer
van ’t werk was geroepen vraagde hij of haar Edele
Groot Achtbare die twee klokken gekost hadden? Zo ja,
dat men die liever met verlies zoude weergeven als be
houden.”
Een warme strijd is het gevolg geweest van het ver
schil in opvatting in de toenmalige klokkenistenwereld.
Helaas zijn de oudste stukken, op deze quaestie betrek
king hebbende, verloren gegaan, zoodat de voorgeschie
denis ervan geheel in het duister zou liggen, had niet
Quirinus zelf ons er enkele opmerkingen over nagelaten.
In het Gemeentearchief te Gouda worden enkele stuk
ken bewaard die gegevens bevatten over de levering van
het bewuste klokkenspel.